Artikel 1 De nationale Meestertitel
- De Nationale Meestertitel (MN = Maître National) wordt verleend aan de speler die 5 meesterpunten heeft verworven, waarvan ten hoogste drie op de wijze, genoemd in lid 2 c. De speler die 3 meesterpunten heeft behaald, krijgt de titel kandidaat meester (cMN = candidat Maître National).
- Meesterpunten kunnen worden verkregen in:
a. de finale van het Algemeen Kampioenschap van Nederland.
De plaatsen 1 tot en met 5 geven respectievelijk 5, 4, 3, 2, en 1 meesterpunten.
b. De Halve Finale van het Algemeen Kampioenschap van Nederland.
De plaatsen 1 tot en met 3 geven respectievelijk 3, 2, en 1 meesterpunten.
c. De Finale van het juniorenkampioenschap van Nederland.
Wanneer het kampioenschap met een 2-1-0-puntentelling wordt gespeeld, geldt het volgende:
* plaats 1 geeft recht op 3 meesterpunten bij een score van minimaal 75%;
* plaats 2 geeft recht op 2 meesterpunten bij een score van 70%;
* plaats 3 geeft recht op 1 meesterpunt bij een score van minimaal 65%.
Wanneer het kampioenschap met een 3-1-0-puntentelling wordt gespeeld, geldt het volgende:
* plaats 1 geeft recht op 3 meesterpunten bij een score van minimaal 65%;
* plaats 2 geeft recht op 2 meesterpunten bij een score van 60%;
* plaats 3 geeft recht op 1 meesterpunt bij een score van minimaal 55%. - Bij het vaststellen van meesterpunten in de wedstrijden om het Algemeen Kampioenschap van Nederland worden internationale grootmeesters die ooit bij de eerste drie zijn geëindigd in het wereldkampioenschap buiten beschouwing gelaten (tegen hen gespeelde partijen tellen wel gewoon mee, doch de punten waar zo’n speler voor in aanmerking zou komen, komen toe aan de volgende spelers op de ranglijst, enzovoort).
- Spelers die gelijk aantal wedstrijdpunten behalen, verdelen samen de verworven punten.
Artikel 2 De Nationale Grootmeestertitel
- De Nationale Grootmeestertitel (GMN = Grand Maître National) wordt verleend aan de nationale meester die tenminste 5 meesterpunten en 3 grootmeesterpunten heeft behaald, ongeacht de volgorde van de prestaties, waarvoor hij deze punten heeft verkregen.
- Grootmeesterpunten worden verkregen in de finale van het Algemeen Kampioenschap van Nederland. De plaatsen 1, 2, en 3 geven respectievelijk 3, 2, en 1 grootmeesterpunten.
- De artikelen 1.3 en 1.4 zijn overeenkomstig van toepassing.
Artikel 3 De Nationale Vrouwenmeestertitel
- De Nationale Vrouwenmeestertitel (MNF = Maître National Féminin) wordt verleend aan de speelster die 5 vrouwenmeesterpunten behaalt. De speelster die 3 vrouwenmeesterpunten behaalt krijgt de titel kandidaat vrouwenmeester (cMNF = candidat Maitre National Féminin).
- Vrouwenmeesterpunten worden verkregen in de finale van het nationaal kampioenschap voor vrouwen. De plaatsen 1, 2, en 3 geven respectievelijk 3, 2, en 1 vrouwenmeesterpunten.
- De artikelen 1.3 en 1.4 zijn overeenkomstig van toepassing.