Februari 2002 was ik voor de FMJD in Kameroen om trainers op te leiden. Een ervaring om nooit te vergeten. Het begon er al mee dat ik pas in het vliegtuig dacht: ik heb warempel helemaal geen contactgegevens van wie dan ook in Kameroen. Het ging natuurlijk goed, want er stond een fraai ontvangstcomité. Het enthousiasme van iedereen was geweldig en hartverwarmend, maar het was ook een cultuurshock, bijvoorbeeld als ik “gewoon” om 09.00 uur wilde beginnen en de groep dan niet compleet was. Soms met een goede reden: iedereen ging naar het vliegveld, want Kameroen was voetbalkampioen van Afrika geworden. Op de terugweg naar Parijs zat ik naast de Duitse voetbalcoach van Kameroen, nadat ik met moeite als laatste in het vliegtuig was gekomen omdat het vliegveld in Douala er niet uitzag als een vliegveld, maar eerder als een immense markt, en ook omdat ik ergens een belasting had gemist en helemaal weer terug moest naar één of andere balie.
De vraag is en blijft: hoe kan de FMJD het beste aan internationale ontwikkeling doen? Mijn trip naar Kameroen is een voorbeeld, natuurlijk, maar prijzig. Natuurlijk hoop ik wel enige positieve invloed te hebben gehad. Hoe dan ook moet een internationale bond uiteraard een plan hebben en ik vrees dat dat plan er vaak niet is bij de FMJD. Of heb ik iets gemist?
In Kameroen is ook het wereldkampioenschap 2025. Eerdere Afrikaanse WK’s waren er al in Senegal, Mali en Ivoorkust. Dat is wel een bijzondere uitdaging voor iedereen. Ook voor de FMJD. En ook voor de technische staf en de topspelers van de KNDB. Gaat het wel door is een basisvraag, altijd. Wie spelen er eigenlijk mee? Komt de informatie wat door? Wanneer de tickets gaan kopen? En de tijd dringt, want het staat al gepland voor begin juni in Yaoundé, waar ik toen ook was in 2002. Ongetwijfeld zal Jean Marc Ndjofang, de man van Kameroen, er alles doen om het tot een succes te maken.
Johan Krajenbrink
